Privacystatement
Voor openen klik hier.
Informatieverstrekking aan derden
Psychologie- en psychotherapiepraktijk Capelle West onthoudt zich van het afgeven van verklaringen over het psychisch functioneren van de cliënten.
Het is vaste jurisprudentie van de tuchtcolleges dat de psycholoog zich zeer terughoudend dient op te stellen bij het afgeven van een verklaring waarvan hij of zij weet dat deze in een juridische procedure kan worden gebruikt.
Een ggz-behandelaar mag geen gezondheidsverklaring, waarin waardeoordelen zijn opgenomen, verstrekken over een eigen cliënt -en ook niet over een ander trouwens.
Wat wel mag: strikt feitelijke informatie verstrekken. Denk aan informatie over wanneer de cliënt in behandeling is gekomen, met welke klacht, welke diagnose is gesteld en hoe lang de behandeling heeft geduurd.
Uitspraken over prognoses, oorzaak-gevolgrelaties, derden et cetera worden gezien als waardeoordelen. Tuchtrechters zijn hier kort over: een gezondheidsverklaring met waardeoordeel afgeven als behandelaar van een cliënt mag niet.
Een dergelijke verklaring valt niet te rijmen met de vertrouwensrelatie tussen behandelend psycholoog en cliënt. Hieronder een drietal belangrijke argumenten:
- De behandelend psycholoog is geen belangenbehartiger. De psycholoog houdt zich als behandelaar bezig met de verbetering van de gezondheid en het psychisch welbevinden van de cliënt. De psycholoog dient te voorkomen dat hij in een belangenconflict betrokken raakt waar hij als behandelaar buiten staat. De psycholoog dient een scherpe grens te trekken tussen de behandeling en de beoordeling of de cliënt in aanmerking komt voor een bepaalde voorziening of een bepaalde kwaliteit bezit. De behandelend psycholoog is meestal ook niet goed op de hoogte van de criteria die worden gehanteerd bij toewijzing van voorzieningen.
- De behandeling is gebaseerd op vertrouwen. Bij de behandeling door de psycholoog staat de vertrouwensrelatie centraal. Het is van groot belang dat de psycholoog zich als behandelaar kan concentreren op de behandeling zelf en het opbouwen van de vertrouwensrelatie met de cliënt. Dit vertrouwen kan verstoord raken door een verklaring die is gericht opeen bepaald juridisch of materieel belang van de cliënt. Het is bijvoorbeeld mogelijk dat de cliënt teleurgesteld raakt in de uitkomst van een juridische procedure en zou menen dat de psycholoog is tekortgeschoten in het behartigen van zijn belangen.
- Behandeling is geen waarheidsvinding. Bij een psychologische behandeling gaat het om de ‘waarheid’ van de cliënt als het gaat om diens beleving van bepaalde gebeurtenissen of oorzaken en niet om het vinden van de strikt feitelijke of juridische waarheid. De behandelend psycholoog heeft meestal ook niet de specifieke deskundigheid om een dergelijk onderzoek te doen. Ook om die reden kan de behandelend psycholoog geen rol spelen in het geven van een feitelijke beoordeling.
Intervisie
Als klinisch psycholoog neem ik deel aan intervisiebijeenkomsten. Intervisiebijeenkomsten zijn bijeenkomsten die op regelmatige basis plaatsvinden. Mijn intervisiegroep bestaat uit een kleine vaste groep klinisch psychologen.
Intervisie is bedoeld om de kwaliteit van het (eigen) functioneren te bevorderen waarbij vragen over het persoonlijk functioneren centraal staan. Door het stellen van vragen en het delen van elkaars ervaringen kunnen de therapeuten van elkaar leren, steun vinden bij elkaar en hun reflectie verdiepen. Intervisie is een krachtig instrument waarbij een beroep wordt gedaan op de therapeuten om mee te denken over persoons- en functie-gebonden vraagstukken en knelpunten. Dit bevordert het functioneren van de individuele specialist maar ook dat van de deelnemers aan de intervisiegroep. Tijdens de intervisiebijeenkomsten denken de deelnemers vooral vanuit de inbrenger. Zij ondersteunen de inbrenger bij het hanteren of aanpakken van de ingebrachte vraag. Zij stellen vragen, komen met alternatieven en vertellen iets over hun eigen ervaringen. Een deelnemer brengt een vraag in aan de hand van een concrete ervaring. Deze wordt geanalyseerd door de andere deelnemers. De inbrenger van de vraag krijgt hierdoor nieuw inzicht in zijn probleem.
Alles wat in de intervisiebijeenkomsten wordt besproken is geanonimiseerd en vertrouwelijk. Buiten het kader van de intervisie wordt hierover niet gesproken of anderszins informatie gedeeld.